Gewone vlier

De Gewone vlier (Sambucus nigra) is een veelzijdige en sierlijke plant die wijdverspreid voorkomt in Europa, Azië, Noord-Afrika en delen van Noord-Amerika. Met zijn karakteristieke witte bloemen en donkere bessen heeft deze plant niet alleen esthetische waarde, maar biedt hij ook een scala aan praktische toepassingen in de kruidengeneeskunde en culinaire wereld.

Taxonomie

De Gewone vlier behoort tot het geslacht Sambucus binnen de familie Adoxaceae. De wetenschappelijke naam Sambucus nigra geeft de specifieke soort aan. Deze struik of kleine boom staat bekend om zijn groenblijvende bladeren, maar het meest opvallende kenmerk is ongetwijfeld de grote bloemschermen en de clusters van donkere bessen die in de late zomer en vroege herfst verschijnen.

Koninkrijk: Plantae
Familie: Adoxaceae
Geslacht: Sambucus
Soort: Sambucus nigra

Bodemvereisten

De Gewone vlier gedijt het best in goed doorlatende grond met een gematigde vochtigheid. Hoewel de plant redelijk tolerant is ten opzichte van verschillende bodemtypen, geeft hij de voorkeur aan vochtige, vruchtbare bodems. Zure tot neutrale pH-niveaus zijn ideaal voor een gezonde groei. Zware kleigronden moeten worden vermeden, omdat deze de neiging hebben om water vast te houden en de wortels van de vlier kunnen verstikken.

Een goede tip is om organisch materiaal, zoals compost, toe te voegen aan de bodem om de vochtvasthoudendheid te verbeteren en voedingsstoffen te leveren. Regelmatige mulching helpt ook bij het behoud van vocht en onderdrukt onkruidgroei, wat gunstig is voor de vlier.

Wetenschappelijke naam

Sambucus nigra

Afmetingen

3 – 4 m hoog

Bodemtype

Voedselrijke, vochthoudende ‘gemiddelde’ bodem. Niet te zware of te lichte grond en een neutrale zuurgraad (pH = 6 – 8)

Bodemvocht

Vochtig tot nat

Gevoeligheid voor verdichting

Ongevoelig

Ideale omgeving en standplaats

De Gewone vlier gedijt in zowel zonnige als licht beschaduwde omgevingen. Het is een veelzijdige plant die zich aan verschillende lichtomstandigheden kan aanpassen, maar een locatie met ten minste gedeeltelijke zon wordt over het algemeen aanbevolen voor een overvloedige bloei en vruchtzetting.

Een beschutte standplaats is ideaal om de plant te beschermen tegen harde wind, wat vooral belangrijk is wanneer de vlier in de bloeiperiode staat. De grote bloemschermen, samengesteld uit talloze kleine bloemen, zijn niet alleen visueel aantrekkelijk, maar trekken ook bestuivende insecten aan, wat gunstig is voor de vruchtvorming.

Het is belangrijk om te zorgen voor voldoende ruimte rondom de plant, aangezien de Gewone vlier de neiging heeft om zich uit te breiden door middel van ondergrondse uitlopers. Een afstand van minimaal 2-3 meter tussen individuele planten zorgt voor een gezonde luchtcirculatie en voorkomt dat de wortels elkaar beconcurreren om voedingsstoffen.

In het Schrieverswold

We hebben in het Tiny Forest en de andere plantvakken 25 x de Gewone vlier als bosplantsoen aangeplant. In de omgeving van het Schrieverswold stonden ook al een aantal vlierstruiken, de plant doet het goed in de Groningse kleigrond.

Hoogte bij aanplanten in 2019: +/- 80 cm

Verwachte hoogte na 10 jaar: 3 – 4 m

Opmerking

De vlier heeft zich tot nu toe nog niet zelf vermeerderd (voor zover wij hebben constateren), dat was echter wel de verwachting. De vlierbessen verspreiden we ook handmatig door de tuin in de hoop de vlier hier en daar extra op te laten komen.

Ontwikkeling in het Schrieverswold

Grafiek

Op een tablet of desktop computer wordt de ontwikkeling in een grafiek weergegeven.

Leer meer in onze Tinypdia